Geheimhoudingsplicht |
Geheimhouding van de identiteit van de melder Het Comité P mag in geen geval de identiteit van de melder bekendmaken aan anderen dan de gemachtigde personeelsleden die bevoegd zijn voor de ontvangst of de opvolging van meldingen, tenzij de melder zijn uitdrukkelijke en vrije toestemming hiervoor geeft. Dit geldt ook voor alle andere informatie waaruit de identiteit van de melder direct of indirect kan worden afgeleid. Tenzij de melder hiermee instemt, wijst het Vast Comité P elke vraag om inzage, uitleg of mededeling, in welke vorm ook, van een document waaruit direct of indirect de identiteit van de melder blijkt, af. Uitzondering De identiteit van de melder en enige andere informatie waaruit de identiteit van de melder direct of indirect kan worden afgeleid, mag uitsluitend worden bekendgemaakt indien het gaat om een noodzakelijke en evenredige verplichting krachtens bijzondere wetgeving in het kader van onderzoek door bevoegde overheden of in het kader van gerechtelijke procedures. Voordat hun identiteit wordt bekendgemaakt, stelt het Vast Comité P melders daarvan in kennis, tenzij die informatie de gerelateerde onderzoeken of gerechtelijke procedures in gevaar zou brengen. Deze kennisgeving bevat bovendien een schriftelijke toelichting over de redenen voor de bekendmaking. Geheimhouding van de identiteit van andere personen dan de melder Het Comité P waarborgt ook deze geheimhoudingsplicht voor de natuurlijke personen die verbonden zijn met de melder en daardoor ook bescherming genieten (zie rubriek ‘bescherming tegen vergeldingsmaatregelen’). Ook de hierboven weergegeven uitzondering is op de beschermde personen van toepassing. Geheimhouding van de identiteit van de betrokkene (*) In het kader van een onderzoek naar integriteitsschendingen bij het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) en de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie (AIG) wordt ook de identiteit van de betrokkene beschermd. Het Comité P ziet erop toe dat de identiteit van de betrokkene wordt beschermd zolang het onderzoek naar aanleiding van de melding loopt. De regels betreffende de bescherming van de identiteit van de melders zijn ook van toepassing op de bescherming van de identiteit van de betrokkene. Onder betrokkene wordt verstaan de persoon die in de melding genoemd wordt als de persoon aan wie de integriteitsschending wordt toegeschreven of die ermee in verband wordt gebracht. (*) Enkel van toepassing op de opvolging van meldingen van integriteitsschendingen bij het OCAD en de AIG (niet van toepassing op meldingen van integriteitsschendingen bij de geïntegreerde politie). Bescherming tegen het oplopen van aansprakelijkheid voor een inbreuk op de geheimhoudingsregels (*) Personen die informatie melden over integriteitsschendingen bij het OCAD of de AIG, worden niet geacht een inbreuk te hebben gepleegd op enige beperking op de openbaarmaking van informatie, die bij overeenkomst of bij wettelijke, reglementaire of bestuursrechtelijke bepaling is opgelegd. Zij kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor die melding, mits zij redelijke gronden hadden om aan te nemen dat de melding van die informatie noodzakelijk was voor het onthullen van een integriteitschending. Onder dezelfde voorwaarden kan tegen deze personen geen enkele burgerrechtelijke, strafrechtelijke of tuchtrechtelijke vordering worden ingesteld, noch enige professionele sanctie worden uitgesproken vanwege deze melding. Melders kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor de verwerving van of de toegang tot de informatie die wordt gemeld of openbaar wordt gemaakt, tenzij die verwerving of die toegang op zichzelf een strafbaar feit vormde. Voor elke andere mogelijke aansprakelijkheid van melders die voortvloeit uit handelingen of nalatigheden die geen verband houden met de melding, of die niet noodzakelijk zijn voor het onthullen van een integriteitsschending, blijft het toepasselijk recht gelden. Elke beschermde persoon die het slachtoffer wordt van een vergeldingsmaatregel kan een schadevergoeding vorderen overeenkomstig het contractuele of buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht. Deze schadevergoeding wordt vastgelegd tussen 18 en 26 weken loon. Indien het slachtoffer van een vergeldingsmaatregel geen beroepsactiviteit uitvoert in het kader van een arbeidsovereenkomst of van een ambtenarenstatuut, wordt de schadevergoeding vastgesteld op de werkelijk geleden schade. In laatstgenoemd geval bewijst het slachtoffer de omvang van de geleden schade. Deze vergoeding kan niet worden gecumuleerd met de vergoeding in geval van kennelijk onredelijk ontslag. In gerechtelijke procedures, met inbegrip van de procedures wegens laster, schending van auteursrechten, schending van de geheimhoudingsplicht, schending van de gegevensbeschermings-voorschriften, openbaarmaking van bedrijfsgeheimen, of wegens eisen tot schadeloosstelling op grond van het privaatrecht, het publiekrecht of het collectief arbeidsrecht kunnen de melders en hun entourage op generlei wijze aansprakelijk worden gesteld als gevolg van meldingen overeenkomstig de wet van 8 december 2022. (*) Enkel van toepassing op de opvolging van meldingen van integriteitsschendingen bij het OCAD en de AIG (niet van toepassing op meldingen van integriteitsschendingen bij de geïntegreerde politie). Verwerking van persoonsgegevens Zie ‘privacyverklaring’ |