Het Vast Comité P wordt in zijn taken van beleid en beheer bijgestaan door administratieve medewerkers onder leiding van de griffier.
Voor zijn onderzoeksdaden geeft het Vast Comité P opdrachten aan de Dienst Enquêtes P onder leiding van de directeur-generaal.
Voor zijn onderzoeksdaden geeft het Vast Comité P opdrachten aan de Dienst Enquêtes P onder leiding van de directeur-generaal.
Het Vast Comité P is samengesteld uit vijf werkende leden, onder wie een voorzitter – die een magistraat moet zijn – en een ondervoorzitter. Voor elk van hen worden meerdere plaatsvervangers benoemd. Het Vast Comité P wordt bijgestaan door een griffier.
De leden worden benoemd voor een vernieuwbare termijn van zes jaar. Zij dienen te beschikken over de nodige kwaliteiten van loyaliteit, discretie en integriteit voor de verwerking van gevoelige gegevens. Zij beschikken overigens over een veiligheidsmachtiging van het niveau “zeer geheim”, wat hen toelaat kennis te nemen van tot op dat niveau geclassificeerde stukken. De organieke Wet voorziet onverenigbaarheden en verbodsbepalingen om de neutraliteit en de onafhankelijkheid van de leden te waarborgen.
De opvolging van toezichtsonderzoeken en de behandeling van de klachten en aangiften gebeuren onder toezicht van een van de vijf werkende leden van het Vast Comité P. Alle eindbeslissingen daarentegen worden in plenaire vergadering genomen door de vijf leden aangezien het Vast Comité P een collegiaal orgaan is.
Huidige samenstelling :
De leden worden benoemd voor een vernieuwbare termijn van zes jaar. Zij dienen te beschikken over de nodige kwaliteiten van loyaliteit, discretie en integriteit voor de verwerking van gevoelige gegevens. Zij beschikken overigens over een veiligheidsmachtiging van het niveau “zeer geheim”, wat hen toelaat kennis te nemen van tot op dat niveau geclassificeerde stukken. De organieke Wet voorziet onverenigbaarheden en verbodsbepalingen om de neutraliteit en de onafhankelijkheid van de leden te waarborgen.
De opvolging van toezichtsonderzoeken en de behandeling van de klachten en aangiften gebeuren onder toezicht van een van de vijf werkende leden van het Vast Comité P. Alle eindbeslissingen daarentegen worden in plenaire vergadering genomen door de vijf leden aangezien het Vast Comité P een collegiaal orgaan is.
Huidige samenstelling :
- Kathleen Stinckens, voorzitter
- Antonio Caci, ondervoorzitter
- Herman Daens, vast lid
- Joris Lagrou, vast lid
- Vincent Stragier, vast lid
Deze afdeling verricht taken die onlosmakelijk verbonden zijn met de operationele opdrachten van het Comité P. Hier situeert zich immers de klachtencel, de cel gegevensbeheer en de cel waar de dossiers van de klokkenluiders worden behandeld.
De medewerkers staan in voor het ontvangen en analyseren van de klachten en het voorleggen van de klachtdossiers aan het Vast Comité P, dat over de oriëntatie van de klachtenbehandeling (zie verder punt 10) beslist tijdens een plenaire vergadering. Na ontvangst van de resultaten van het onderzoek wordt de afsluiting van het dossier voorbereid ten behoeve van het Vast Comité P, dat een standpunt inneemt tijdens een plenaire vergadering.
Er wordt ook gewaakt over de uniforme en kwaliteitsvolle vatting van de gegevens zodat er analyses gemaakt kunnen worden met betrekking tot de werking van de politiediensten.
Eveneens tot het takenpakket behoort de verwerking van informatie afkomstig van externe instanties zoals de gerechtelijke of tuchtoverheden.
Daarnaast zijn in deze afdeling ook de ondersteunende diensten ondergebracht. Een deel van de capaciteit wordt besteed aan opdrachten in de domeinen van: juridische studies, financiën, personeel en logistiek, ICT, vertaling, contacten met de pers en secretariaat. Er wordt o.m. voor gezorgd dat de organisatie op logistiek, infrastructureel en personeelsvlak alle noodzakelijke werkingsmiddelen heeft.
Vanuit deze dienst administratie worden het Vast Comité P en de Dienst Enquêtes P in de taken van beleid en beheer bijgestaan door een optimaal personeelskader van 36 medewerkers, onder leiding van de griffier die zijn taak uitoefent onder het collegiaal gezag en toezicht van het Vast Comité P.
De medewerkers staan in voor het ontvangen en analyseren van de klachten en het voorleggen van de klachtdossiers aan het Vast Comité P, dat over de oriëntatie van de klachtenbehandeling (zie verder punt 10) beslist tijdens een plenaire vergadering. Na ontvangst van de resultaten van het onderzoek wordt de afsluiting van het dossier voorbereid ten behoeve van het Vast Comité P, dat een standpunt inneemt tijdens een plenaire vergadering.
Er wordt ook gewaakt over de uniforme en kwaliteitsvolle vatting van de gegevens zodat er analyses gemaakt kunnen worden met betrekking tot de werking van de politiediensten.
Eveneens tot het takenpakket behoort de verwerking van informatie afkomstig van externe instanties zoals de gerechtelijke of tuchtoverheden.
Daarnaast zijn in deze afdeling ook de ondersteunende diensten ondergebracht. Een deel van de capaciteit wordt besteed aan opdrachten in de domeinen van: juridische studies, financiën, personeel en logistiek, ICT, vertaling, contacten met de pers en secretariaat. Er wordt o.m. voor gezorgd dat de organisatie op logistiek, infrastructureel en personeelsvlak alle noodzakelijke werkingsmiddelen heeft.
Vanuit deze dienst administratie worden het Vast Comité P en de Dienst Enquêtes P in de taken van beleid en beheer bijgestaan door een optimaal personeelskader van 36 medewerkers, onder leiding van de griffier die zijn taak uitoefent onder het collegiaal gezag en toezicht van het Vast Comité P.
De Dienst Enquêtes P is de operationele en daardoor op het terrein ook de meest zichtbare dienst van het Comité P.
Voor de uitvoering van zijn toezichtsonderzoeken en bepaalde klachtonderzoeken is het Vast Comité P grotendeels aangewezen op zijn Dienst Enquêtes P.
De bijzondere wettelijke bevoegdheden van de leden van de Dienst Enquêtes P in het raam van toezichts- en klachtonderzoeken zijn opgesomd in de organieke Wet van 18 juli 1991.
De Dienst Enquêtes P wordt geleid door een directeur-generaal bijgestaan door twee adjunct-directeurs-generaal. Ze worden door het Vast Comité P benoemd voor een termijn van vijf jaar, die vernieuwbaar is. De directeur-generaal leidt deze dienst onder het collegiaal gezag, leiding en toezicht van het Vast Comité P.
Verder is er een optimaal kader van 52 medewerkers die allen, zonder onderscheid van niveau of graad, de titel van commissaris-auditor dragen. Ze zijn ofwel gedetacheerd uit een politie- of overheidsdienst ofwel statutair in dienst. De gedetacheerde medewerkers worden ook aangesteld voor een vernieuwbare termijn van vijf jaar.
De Dienst Enquêtes P werkt niet alleen als onderzoeksarm van het Comité P, maar in delicate of complexe zaken wordt hij als gespecialiseerde onderzoeksdienst ook ingezet voor het uitvoeren van strafonderzoeken naar leden van de politiediensten of andere ambtenaren die een opsporingsbevoegdheid hebben en die een misdrijf hebben begaan.
In dit opzicht hebben de directeur-generaal, de twee adjunct-directeurs-generaal en de leden van de Dienst Enquêtes P de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings.
Uit eigen beweging of op vordering van de procureur-generaal, procureur des Konings, arbeidsauditeur, federale procureur of de bevoegde onderzoeksrechter, stelt de Dienst Enquêtes P deze onderzoeken in, samen met de andere officieren en agenten van gerechtelijke politie en zelfs met een recht van voorrang op hen. Dit betreft dus zowel opsporingsonderzoeken onder het gezag van het openbaar ministerie als gerechtelijke onderzoeken onder het gezag van de onderzoeksrechter, overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van Strafvordering en bepaalde bijzondere wetten betreffende de bevoegdheden van agenten en officieren van gerechtelijke politie (bv. de wet op de voorlopige hechtenis).
De organieke Wet van 18 juli 1991 stelt echter uitdrukkelijk dat de uitvoering van deze strafonderzoeken de uitvoering van de andere opdrachten van de Dienst Enquêtes P niet in het gedrang mag brengen. Onder “andere opdrachten” dient vooral, maar niet uitsluitend te worden verstaan: de toezichtsonderzoeken, de klachten en aangiften.
Om erop toe te zien dat het aantal onderzoekers dat wettelijk belast wordt met strafonderzoeken niet meer bedraagt dan de helft van het personeelsbestand van de Dienst Enquêtes P, werd een arbitragebevoegdheid toevertrouwd aan de voorzitter van het Comité P.
De wetgever heeft hiermee duidelijk uiting gegeven aan zijn wil om de onderzoeken die door de magistratuur aan de Dienst Enquêtes P gevraagd worden, te beperken tot de (ernstige) feiten die rechtvaardigen dat een beroep wordt gedaan op gespecialiseerde onderzoekers die beschikken over een bijzondere bevoegdheid, overeenkomstig de specifieke opdrachten van het Comité P. Deze wil werd bevestigd in een ministeriële omzendbrief van 22 september 2011 tot regeling van de taakverdeling inzake de opdrachten van gerechtelijke politie betreffende misdrijven waarbij politieambtenaren betrokken zijn. Deze omzendbrief gelast de Dienst Enquêtes P prioritair met onderzoeken ten laste van leden van politiediensten betreffende wanbedrijven en misdaden gepleegd tijdens (of die rechtstreeks verband houden met) het uitoefenen van de politiefunctie en die een schending inhouden van de fundamentele rechten en vrijheden van de burger.
Voor de uitvoering van zijn toezichtsonderzoeken en bepaalde klachtonderzoeken is het Vast Comité P grotendeels aangewezen op zijn Dienst Enquêtes P.
De bijzondere wettelijke bevoegdheden van de leden van de Dienst Enquêtes P in het raam van toezichts- en klachtonderzoeken zijn opgesomd in de organieke Wet van 18 juli 1991.
De Dienst Enquêtes P wordt geleid door een directeur-generaal bijgestaan door twee adjunct-directeurs-generaal. Ze worden door het Vast Comité P benoemd voor een termijn van vijf jaar, die vernieuwbaar is. De directeur-generaal leidt deze dienst onder het collegiaal gezag, leiding en toezicht van het Vast Comité P.
Verder is er een optimaal kader van 52 medewerkers die allen, zonder onderscheid van niveau of graad, de titel van commissaris-auditor dragen. Ze zijn ofwel gedetacheerd uit een politie- of overheidsdienst ofwel statutair in dienst. De gedetacheerde medewerkers worden ook aangesteld voor een vernieuwbare termijn van vijf jaar.
De Dienst Enquêtes P werkt niet alleen als onderzoeksarm van het Comité P, maar in delicate of complexe zaken wordt hij als gespecialiseerde onderzoeksdienst ook ingezet voor het uitvoeren van strafonderzoeken naar leden van de politiediensten of andere ambtenaren die een opsporingsbevoegdheid hebben en die een misdrijf hebben begaan.
In dit opzicht hebben de directeur-generaal, de twee adjunct-directeurs-generaal en de leden van de Dienst Enquêtes P de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings.
Uit eigen beweging of op vordering van de procureur-generaal, procureur des Konings, arbeidsauditeur, federale procureur of de bevoegde onderzoeksrechter, stelt de Dienst Enquêtes P deze onderzoeken in, samen met de andere officieren en agenten van gerechtelijke politie en zelfs met een recht van voorrang op hen. Dit betreft dus zowel opsporingsonderzoeken onder het gezag van het openbaar ministerie als gerechtelijke onderzoeken onder het gezag van de onderzoeksrechter, overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van Strafvordering en bepaalde bijzondere wetten betreffende de bevoegdheden van agenten en officieren van gerechtelijke politie (bv. de wet op de voorlopige hechtenis).
De organieke Wet van 18 juli 1991 stelt echter uitdrukkelijk dat de uitvoering van deze strafonderzoeken de uitvoering van de andere opdrachten van de Dienst Enquêtes P niet in het gedrang mag brengen. Onder “andere opdrachten” dient vooral, maar niet uitsluitend te worden verstaan: de toezichtsonderzoeken, de klachten en aangiften.
Om erop toe te zien dat het aantal onderzoekers dat wettelijk belast wordt met strafonderzoeken niet meer bedraagt dan de helft van het personeelsbestand van de Dienst Enquêtes P, werd een arbitragebevoegdheid toevertrouwd aan de voorzitter van het Comité P.
De wetgever heeft hiermee duidelijk uiting gegeven aan zijn wil om de onderzoeken die door de magistratuur aan de Dienst Enquêtes P gevraagd worden, te beperken tot de (ernstige) feiten die rechtvaardigen dat een beroep wordt gedaan op gespecialiseerde onderzoekers die beschikken over een bijzondere bevoegdheid, overeenkomstig de specifieke opdrachten van het Comité P. Deze wil werd bevestigd in een ministeriële omzendbrief van 22 september 2011 tot regeling van de taakverdeling inzake de opdrachten van gerechtelijke politie betreffende misdrijven waarbij politieambtenaren betrokken zijn. Deze omzendbrief gelast de Dienst Enquêtes P prioritair met onderzoeken ten laste van leden van politiediensten betreffende wanbedrijven en misdaden gepleegd tijdens (of die rechtstreeks verband houden met) het uitoefenen van de politiefunctie en die een schending inhouden van de fundamentele rechten en vrijheden van de burger.