Verloop van het onderzoek en verslag |
Na ontvangst van uw melding start het Vast Comité P zijn onderzoek. De opdracht voor het onderzoek wordt opgesteld. Bij het begin van het onderzoek brengt het Vast Comité P de leidend ambtenaar van de politiedienst waarop de melding van de veronderstelde integriteitsschending betrekking heeft op de hoogte van het feit dat een melding van een veronderstelde integriteitsschending werd gedaan. Als uit de melding echter voldoende blijkt dat deze persoon betrokken is bij die veronderstelde integriteitsschending, brengt het Vast Comité P de minister van Binnenlandse Zaken op de hoogte. Om zijn onderzoek uit te voeren, kan het Vast Comité P zich laten bijstaan door deskundigen. Het Vast Comité P kan alle personeelsleden of voormalige personeelsleden van de geïntegreerde politie die het nuttig acht bij het onderzoek betrekken, door hen een schriftelijke kennisgeving van het onderzoek te laten geworden. De personeelsleden of de voormalige personeelsleden die bij het onderzoek betrokken worden hebben het recht om zich te laten bijstaan door een raadsman. Zij verstrekken alle relevante en verhelderende informatie waarover zij beschikken in het kader van het onderzoek. Deze informatie wordt gebundeld in een individuele verklaring waarover een schriftelijk verslag wordt opgesteld dat hen wordt overhandigd opdat ze er hun opmerkingen aan toe kunnen voegen. Het onderzoek moet in principe worden afgesloten binnen de 3 maanden. De wet van 15 september 2013 voorziet niettemin de mogelijkheid om het onderzoek, maximaal 3 keer, te verlengen met maximaal 3 maanden, middels een gemotiveerd addendum. De duur van het aanvankelijk onderzoek en zijn verlengingen mag dus niet meer bedragen dan 12 maanden. Bij het afsluiten van het onderzoek stelt het Vast Comité P een schriftelijk rapport van het onderzoek op, met zijn vaststellingen, zijn beoordeling en de maatregelen die het aanbeveelt. De volgende situaties kunnen zich voordoen:
Merk op dat op elk moment van de procedure, indien het Vast Comité P meent over voldoende elementen te beschikken om te besluiten dat het kennis heeft gekregen van een misdrijf, het de procureur des Konings daarvan in kennis stelt, in toepassing van artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering. Als voldoende blijkt dat de leidend ambtenaar van de politiedienst waar het misdrijf heeft plaatsgevonden erbij betrokken is, stelt het Vast Comité P de minister van Binnenlandse Zaken daarvan in kennis. |